De patiënt moet nuchter zijn vanf tenminste vier
uur voor het onderzoek |
|
Steeds een reden van onderzoek en eventueel recent
ondergane operaties vermelden |
De patiënt voldoende laten drinken om het verharden
van het barium (=baritomen) in de dikke darm te vermijden |
|
Indien er problemen met de stoelgang optreden, eventueel
een laxativum toedienen |
Nuchter minstens sinds vier uur voor het onderzoek |
|
Er mogen geen contrastresten aanwezig zijn van een vorig
onderzoek |
|
Voldoende gegevens meegeven voor de radioloog zodat een
goede anamnese gevormd wordt. |
Obstipatie voorkomen door voldoende te drinken, dit om
de vorming van baritomen te voorkomen |
|
Bij eventuele obstipatie een laxativum toedienen. |
|
Witte stoelgang na het onderzoek is volkomen normaal
geziend e kleur van het ingenomen contrast. |
De patiënt dient nuchter te zijn sinds ten minste
vier uur voor het onderzoek |
|
De dag voordien krijgt de patiënt een laxativum
zodat het colon zuiver is |
|
Voldoende gegevens over de voorgeschiedenis van de
patiënt voor een goede anamnese |
Voldoende laten drinken om obstipatie te vermijden |
|
Zo nodig een laxativum toedienen |
De patiënt is nuchter sinds ten minste vier uur
voor het onderzoek |
|
Best wordt hij/zij met een bed naar de dienst radiologie
gebracht |
|
Een waakinfuus wordt aangelgd, om eventuele probelemn
tijdens het onderzoek te kunnen opvangen, en om pijnmedicatie en
verdoving toe te dienen |
|
Voorbereidende foto van de leverstreek wordt genomen
voor het onderzoek |
Aandacht voor het coorect wakker worden van de
patiënt |
|
Infuus zolang de patiënt onvoldonde zelf kan drinken |
|
Pijnmedicatie zo ndig |